Westtoer ziet in vroegere vlassites bloeiende toeristische trekpleisters

Op 31 mei 2011

De Sabbe-site moet een paradijs worden voor de zachte weggebruiker

Dankzij het Europees project Leiestreek. Van bron tot monding kreeg Kuurne 12.500 euro subsidie toegestoken om de vlassites nieuw leven in te blazen. Aan provinciebedrijf Westtoer vroeg de gemeente wat mogelijk was, een oefening die Stefaan Gheysen recent toelichtte. Het is nu aan Kuurne zelf om te beslissen wat er precies gebeurt met de vlassites.

Stefaan Gheysen van Westtoer verwees bij zijn toelichting nadrukkelijk naar de historische waarde die beide sites hebben. De twee locaties worden beschouwd als de laatste, belangrijke getuigen van de vlasindustrie, die zich destijds ontwikkelde langs de Leie vanaf de grens met Frankrijk tot in het Gentse.

'Voor Kuurne en voor heel West-Vlaanderen zijn de sites heel belangrijk', wist Gheysen. 'Het is dan ook noodzakelijk ze in stand te houden. Wij willen dat doen door er toeristische en recreatieve activiteiten te ontwikkelen. Tegelijk mogen we het vlasverleden niet vergeten. Het gaat ten slotte om het ontsluiten van vlaserfgoed.'

Fietsparadijs Sabbe

'Voor de locatie Sabbe denken we aan een fietscafé, een bistro met buitenterras en een speeltuin voor de kinderen. Misschien ook een manege met stallingen, want daar is veel vraag naar in de regio. Wij overwegen ook infrastructuur voor vergaderingen, tentoonstellingen, activiteiten voor senioren en een toeristisch infopunt. Zelfs ruimte voor amateurkunsten of een centrum voor de textielkunst.'

'Belangrijk zijn ook de fiets- en wandelroutes die we voorzien', vertelt Gheysen.

'De Sabbe-site moet een paradijs worden voor de zachte weggebruiker.'

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is